Als achtjarig jochie bezochten we iedere zaterdagmiddag mijn opa en oma in Glanerbrug, een klein dorpje onder de rook van Enschede tegen de Duitse grens. Op een dag riep mijn oma mij bij haar en vertelde dat ze drie lessen voor me had over ‘tijd’. Ik zei: “Oma ik heb geen tijd, ik wil spelen”. Nu zie ik hoe wijs mijn oma was.
De eerste les van oma is ‘tijd is een vriend waar je niet te ver van vooruit moeten lopen’. Houd aansluiting met nu, omdat mensen je anders moeilijk kunnen volgen. Tevens moet je tijd waarderen, zeker als je ouder wordt waarin de tijd sneller lijkt te gaan. Wees daarom zorgvuldig met tijd.
De tweede les: breng tijd door met anderen, dat brengt voldoening en waarde. Zorg dat je sociale vaardigheden ontwikkelt om deze tijd goed met anderen door te brengen, zodat mensen graag bij je willen zijn. Alléén tijd doorbrengen zal uiteindelijk niet meer zijn dan een reflectie van jezelf.
De derde les: wanneer je tijd doorbrengt met anderen, heb aandacht en heb onbaatzuchtig iets voor anderen over. Alleen dan zal de ander jou ook helpen als het nodig is, maar zie het nooit als ‘voor wat hoort wat’. Zorg dus dat je een wezenlijke bijdrage kunt leveren in de tijd die je hebt.
Jaren later, toen mijn vrouw bij FC Twente werkte, was een lid van de Raad van Bestuur eigenaar van wijngaarden in Zuid Afrika. Hierdoor had hij goed contact met Desmond Tutu, aartsbisschop en een groot voetballiefhebber. Op een dag werd mijn vrouw gevraagd om de organisatie te doen rondom een bezoek van Desmond Tutu aan FC Twente. Hij zou de aftrap gaan doen van de wedstrijd tegen Heerenveen. Hij was er om aandacht te vragen voor het Medical Knowledge Institute (MKI), een organisatie die probeert de leefomstandigheden in de Zuid-Afrikaanse townships te verbeteren. Tijdens het bezoek ging Desmond Tutu voor in gebed. Zij vertelde me dat hij het in zijn gebed had over Ubuntu, een Afrikaanse filisofie op humaniteit, waarbij de groep het individu helpt en het individu de groep. Het gaat om wij-denken, in plaats van ik-denken. “Ik ben omdat wij zijn.”
Weer een aantal jaren later kwam ik via het ontwikkelingsprogramma van de VNG International zelf terecht in Zuid Afrika. Één van de projecten waar we als Rheden aan werkten was het lokaal ontwikkelen van de economie in townships. Hier kwam ik in directe aanraking met Ubuntu. Ik zag hoe sommige mensen voor het hele township kookten, dat anderen klusjes doen voor anderen en weer anderen zorgden voor een beetje geld in het laatje voor het township. Iedereen hielp elkaar en daarmee de groep. Maar ook werd je altijd opgevangen als jij hulp nodig had. Het maakte indruk, na deze lang niet meer te zijn tegengekomen in onze Nederlandse individualistische samenleving. Het maakte nog meer indruk dat de mensen in de townships bijna geen eigenwaarde meer hadden, terwijl ze een fantastische cultuur hebben. Met verhalen, tradities, handwerk, gerechten, muziek, dans en bovenal een fantastische opvatting op humaniteit: Ubuntu. We hebben township tours opgezet, waarbij toeristen een fantastische ervaring in een township krijgen en de opbrengsten naar de mensen in het township gaan.
In de zomer van 2016, was ik op een congres in Den Haag waar ik voor het eerst in aanraking kwam met de Global Goals. Ik werd geïnspireerd door de filosofie waar mondiaal er voor lokaal is en lokaal voor mondiaal. Een eerste wereldwijde strategie die door alle landen omarmd wordt. Het leek erg op Ubuntu, groep voor individu, individu voor groep. Ik had een missie: de Global Goals naar Rheden brengen.
Vanuit de gemeente Rheden mocht ik in 2017 een presentatie geven tijdens een congres in Johannesburg over de resultaten die we hadden behaald met ons werk in Zuid Afrika. Daar kreeg ik de kans een bezoek te brengen aan SOWETO (South West Township). Midden in het township staat het huis van Mandela, dat nu inmiddels een museum is. Maar daar schuin tegenover staat het huis van Desmond Tutu, waar hij nog steeds woont. Ik ben even voor zijn huis gaan staan, om het op me in te laten werken. Hij weet waar hij vandaan komt en zal zijn township nooit de rug toekeren, hij is Ubuntu.
Na het Global Goals congres in 2018 in Rheden werd ik uitgenodigd door gastspreker Petra Kuenkel, van de Club van Rome en verantwoordelijk voor de Global Goals. Of ik me wilde aansluiten bij een symposium: collectief leiderschap in relatie tot transformaties van organisaties. Wereldvraagstukken die landen en organisaties raken, die je samen moet oplossen, want: individueel lukt het niet.
Inmiddels is het 2020 en denk ik tijdens deze corona tijd weleens na hoe je eigenlijk gevormd wordt in het leven en vallen sommige puzzelstukjes in elkaar. De wijze lessen van mijn oma zie ik terug in townships en Ubuntu, wat ik weer terugzie in de Global Goals en collectief leiderschap. De cirkel lijkt rond, maar dat is natuurlijk niet zo. De wereld is een netwerk van gedachtes en wijsheden die je overal in verschillende vormen tegenkomt. Het mooie is dat de verbondenheid daardoor groter is dan we soms denken. De kern is dat wie je bent, bepaalt waar je voor open staat en hoe je dit meeneemt in de dingen die je doet. Was het toeval dat mijn vrouw een gebed bijwoont? Dat ik in een township kom te werken en dat ik een congres bijwoon over de Global Goals? Misschien ben ik gewoon een dromer die denkt dat er een logische samenhang is, omdat ik dat zelf graag wil. Op mijn werkkamer hangt wel een poster van Martin Luther King, ‘I have a dream’.
Af en toe denk ik terug aan mijn oma en beeld me dan in hoe zij aan de voet van God zit. Ik hoop dan dat ze glimlacht en denkt: “Mijn kleine jongen, hij heeft mijn lessen toch begrepen!”
Frank.